Feestje bouwen in de kerk? Dit boek is de manier om zoiets te organiseren! “Feest van het Koninkrijk’ van Ronald Westerbeek is méér; het is een project (of een proces) waar een hele kerkelijke gemeente zes weken of langer mee bezig kan zijn. Het is nóg meer dan dat. Het ‘Onze Vader’ is Jezus’ gebed, de kern van Gods koninkrijk, in tastende handen van discipelen.
De vlotte, soms speelse, vaak ook diepgaande stijl is een genot, maar het beste lijkt me als je er interactief mee aan het werk gaat. Er zit gespreksmateriaal bij voor groeigroepen, en een aantal excursen voor onderwerpen die meer overweging verdienen. Het spanningsveld van het Koninkrijk wordt verwoord, niet in spanning, maar in ontspanning van de dans van de Drie-eenheid. Uitgeverij Buijten&Schipperheijn geeft het je in handen voor € 12,50.
De bovenstaande recensie verschijnt in iDEAZ, het blad van MissieNederland. In deze blog niet zozeer bredere theologische beschouwingen, maar een poging om de kern te raken: wat ís de uitdaging van het feest van het Koninkrijk? Dezer dagen las ik van een vriend van me die aan het lezen was in een boek van N.T. Wright, en die uitriep: waarom heeft niemand me daar vroeger ooit over verteld? Dat is een retorische vraag, een hartekreet die niet te beantwoorden is door theologische analyse. In ieder geval: noch mijn geringe theologische competentie noch de omvang van deze blog lenen zich daartoe.
Maar nu de kern? Het eerste gebed: ‘Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden, op aarde zoals in de hemel.’ De Vader, die wij mogen aanspreken zoals zijn Zoon dat deed: Abba! En de Koning, Jezus, de Heer. En de Geest legt juist hier de nauwste verbinding: de aarde in combinatie met de hemel. Eerste vraag dus: hoe zit die verbinding eruit? Vroeger meende ik dat Gods eeuwige plan uit twee grote onderdelen zou bestaan: (1) de [nieuwe] hemel, en (2) de [nieuwe] aarde. Nu denk ik dat het geheim juist in de directe verbinding van beide bestaat, dat de Geest, de Schepper, dat na de wederkomst voltooit - maar er ook nú al aan werkt.
Eduard Gerdes (1821-1892) is de auteur van de oude klassieker ‘Daar ruist langs de wolken een liefelijke naam / die hemel en aarde verenigt tezaam’. Als jong bekeerde onderwijzer was hij in aanraking gekomen met ds. Jan de Liefde en diens werk in de Vereeniging tot Heil des Volks, waarvan hij later voorzitter werd. Toen ik zelf bestuurslid was van ‘het Heil’ liep ik er vaak heen van het Centraal Station via de Oudezijds Achterburgwal, en stelde ik me voor hoe Gerdes daar wandelde in de negentiende eeuw. Z’n hart in de hemel, zeker: ‘mijn lust en mijn lied’ - maar tegelijk ook somber kijkend naar de grauwe arbeiderswoningen, waar je niet vrolijk van kon worden, waar ziekte en armoede heerste. Hij wilde niet alleen Jezus in de hemel, maar ook heil op aarde (‘des volks’!), hulp voor die arme lieden. Jezus, ‘Die hemel en aarde verenigt tezaam’.
De tweede vraag is hoe het dan verder gaat? Mensen die hun leven voor Jezus hebben geopend: dat is nog maar het begin. Dan gaat het verder, een korter of langer leven door. Veni, Creator, Spiritus! Kom, Schepper, heilige Geest, daal af! De nieuwe schepping van God komt tot stand waar mensen zich open stellen voor de volheid van de Geest. De rest van je leven staat onder Gods machtswerking. Geen toeval meer, maar wonderen zijn op alle plekken wonderlijk waar te nemen. Yes! THERE IS MORE. Ik wou het nog maar even gezegd hebben.