Je voelt de mix van woede en verdriet in je opkomen, als je de beelden ziet vanuit Israel, de Westoever en de Gaza-strook. En daar moet je wel bij zeggen: niet minder zijn de gevoelens over Syrië, Irak, de Oekraïne, en Waziristan (waar ligt dat ook alweer?) enzovoorts. Maar wat er in het Heilige Land gebeurt, is daarom zo onheilig omdat het vloekt met de vrede die wij juist dáár verwachten. De raketten vanuit Gaza en de angst die ze veroorzaken bij de inwoners van Israël, de zware militaire interventies vanaf zee, vanuit de lucht en nu ook over land. Gewonden, doden. Ellende, die van geen ophouden weet.
‘Abraham was maar alleen, en toch kreeg hij heel veel land in bezit; wij zijn met velen, dus is het land zeker aan ons gegeven en het is ons eigendom’ - dat waren de gedachten van de volksgenoten van Ezechiël (33:23v). Maar dit moest de profeet hun antwoorden: ‘Dit zegt God, de Heer: jullie (…) vergieten bloed en jullie willen het land bezitten? jullie vertrouwen op je zwaard, jullie begaan gruweldaden’.
Er is heel veel politieke én theologische discussie over de betekenis van Israëls aanwezigheid in het land. Daar heb ik me ooit in gemengd en er artikelen en zelfs boeken over geschreven. Met Israëli’s, met christenen en Arabieren gesproken, in Jeruzalem, Ramallah, Galilea en Bethehem. Bijbelstudies gehouden bij Arabische christenen. Groepen rondgeleid en op de Olijfberg gesproken over de aanstaande wederkomst van Christus, waarbij onze ogen niet droog konden blijven. Gesproken over het profetische panorama van Jesaja 2 (en Micha 5): geen mensen zal meer weten wat oorlog is, ‘kom mee, laten wij leven in het licht van de Heer!’
Je hart werd verwarmd door het uitzicht op de Komende. Maar op dit moment voelt het vreselijk bitter, alles wat er tot ons komt: moorden, oorlog, bloedvergieten, wraak.
Ik zou echt niet weten wat er precies moet veranderen in de eschatologie die ik toen vanuit mijn begrijpen van de Schrift uitlegde. Allerlei details kunnen best anders zijn, maar in de grote lijnen blijft mijn inzicht , hoe beperkt ook, ongewijzigd. Maar: het is wél eschatologie, de leer van de laatste dingen! ‘Deze dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde.’ Wij leven nu nog niet in de tijd waarin de Vredevorst vanuit Jeruzalem regeert. ‘Het land is van ons’ is een arrogante claim, die Israël zonder geloof in de Messias, de Christus, niet kan maken.
Daar mogen wij ons als christenen niet mee éénmaken. Eenvoudig omdat de meesten (en juist de orthodoxen) in Israël die deze aanspraak maken, resoluut weigeren zich één te maken met de Christus. Wij geloven toch dat Jezus de Christus is? Of hebben we het lef niet meer om temidden van het woeden der volken te kiezen voor Hem? En de oproep te doen om te wandelen in het licht van JHWH?
We moeten niet doen alsof we bij Hamas met aardige jongens te doen hebben. Hun handvest vermeldt nog steeds de verdwijning van Israël van deze plek. Maar moet deze stem via een (voorshands eindeloos lijkende) spiraal van geweld tot zwijgen worden gebracht, ten koste van tientallen, honderden doden? Willen wiij daaraan de naam van onze Heer Jezus verbinden?
De profetische stem van Ezechiël, en van vele anderen die namens God gesproken hebben, moeten we niet alleen tot het volk Israël laten komen. Arrogantie past niemand, ook ons niet als christenen in Nederland. De profeet spreekt ook óns aan, in onze af en toe felle discussies over dit onderwerp, en onze eigenwijze blogs en opinie-artikelen.
‘Het is aan Mij om wraak te nemen, Ik zal vergelden’, zegt onze God zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, in Deuteronomium 32 vers 35 en Romeinen 12 vers 19. Kom! Laten wij leven in het licht van de Heer!