Wake Up! Wakker worden! Zo heet het boek van Het Zoeklicht van Emil van Beckevoort en Arno Lamm, dat momenteel de bestsellerlijst van non-fictie in de christelijke boekhandel aanvoert. Een wekker is niet verkeerd, en zeker niet als het gaat om dit thema, de wederkomst van Christus. Al een tijdje geleden kreeg ik het boek cadeau van Zoeklicht-directeur Frits Boekhoff, en nu staat het in m’n boekenkast - niet ongelezen, wél ongerecenseerd. Vijfhonderd bladzijden is wel veel, maar daar kom je nog wel doorheen. Gelukkig hebben sommige anderen zich er nu wél aan gewaagd, laatstelijk Rien van den Berg in het Nederlands Dagblad van vrijdag 16 januari.
Dit wordt ook geen recensie, want ik ben het op wat details na eens met wat Rien schrijft, en hij verwijst ook weer naar andere boekbesprekingen (Hausoul, Hadders, van Beugen). Wat mij evenwel bijzonder intrigeerde is: hoe komt het dat dit boek z’n duizenden lezers weet te verslaan? Daarover kortweg (en, het kan niet anders, ‘n beetje kort door de bocht) een vermoeden.
Een fundament en een constructie
Een van de klassiekers in het Amerikaanse kerkelijke liederengoed is: ‘How firm a foundation, ye saints of the Lord / Is laid for your faith in His excellent Word!’ De eerste regels worden vaak aangehaald, zonder te beseffen dat de daarna volgende verzen vrijwel helemaal blijken te gaan over de relatie tussen de gelovige en de Heer, en het vertrouwen in Hem, Maar die beginregels drukken de kern uit van wat men in de Angelsaksiche wereld aanduidt als ‘foundationalism’.Wat niet hetzelfde is als fundamentalisme; je zou beter kunnen spreken over ‘funderingdenken’. De gedachte is dat je essentiële bijbelse waarheden kunt formuleren, en dat je met behulp van theologische begrippen daarop rationeel voort kunt bouwen om daaruit secundaire (enzovoorts) conclusies af te leiden. Hoe ver je dan kunt komen, daar is dit boek een verbazingwekkend voorbeeld van.
Dit funderingsdenken ontmoet ik soms in de doorwrochte constructies van een gereformeerde theologie, maar evenzeer in de ‘bijbelstudies’ van evangelische voorgangers die vaak helemaal geen theoloog willen horen (‘geef mij maar “Theo sprak de waarheid!” ‘). Er ontstaan op deze manier allerlei constructen, bijvoorbeeld - zoals in het boek Wake Up - op het gebied van een messiaanse eschatologie, maar ook op het gebied van seksuele ethiek zoals homoseksualiteit of samenwonen buiten het huwelijk. Natuurlijk is niet alles in deze constructen per definitie fout, maar het is ook niet allemaal goed. Het probleem is: wij christenen hebben de neiging stevig vast te houden aan constructen die wij voor bijbels houden, en dan vervolgens ons geloofsleven vrijwel terug te brengen tot iets wat wij ergens van ‘vinden’. Wij doen dat nog eens extra graag als deze constructen niet per se ons hart hoeven te raken, maar gaan over andere thema’s (Israel, eschatologie), of waaraan we oordelen over anderen kunnen vastknopen (ethiek). Daarbij komt dan ook nog dat zo’n boek als Wake Up (of bijvoorbeeld een ethisch onderwerp) eigenlijk een maatje te ingewikkeld is voor de meeste lezers. Hindert niet, de auteurs, of een andere autoriteit in de kerkelijke wereld, snapt het wél. Het is waar, want het rust op de grondslag van het Woord.
Wat mij persoonlijk nog meer verbijsterde was dat ik begon te zien hoe rechtzinnige zowel als vrijzinnige theologen in de twintigste eeuw eenzelfde ‘funderings’-methode als werkwijze hebben aangenomen. De rechtzinnigen vanuit ‘een foutloze Bijbel’, en de vrijzinnigen vanuit eigen religieuze ervaring, maar het proces waardoor de constructen tot stand kwamen, was niet verschillend.
Het fundament is Christus, het bouwen is relationeel
Hoe fundamenteel belangrijk de Bijbel ook is, het fundament zelf ligt niet daar, en al zeker niet in de conclusies die wij uit dit Boek der boeken trekken. ‘Niemand kan een ander fundament leggen dan dat er al ligt, Jezus Christus Zelf’ (1Korintiërs 3:11). ‘In Sion leg ik een hoeksteen die Ik heb uitgekozen om zijn kostbaarheid’ (1Petrus 2:6), en dat is opnieuw Christus. Zeker moeten we dan ook komen tot concrete uitwerkingen, maar het proces dat ons daarheen voert, is niet rationeel, maar relationeel. Op twee manieren: het voltrekt zich in de relatie met onze Heer, en in de relatie met elkaar.
Ten aanzien van de Heer, allereerst: de waarheid van God Zelf is inderdaad boven alles gezaghebbend, want ze stijgt uit boven menselijke meningen. Maar die waarheid hebben wij of de meest intelligente denkers met wie we het graag eens zijn nu juist niet in onze vingers! Alle constructen van leerstellig-theologische aard kunnen niet meer betekenen dan wat wijzelf betekenen - en dat is niet zo heel veel.
Ten aanzien van elkaar: we staan samen in de ‘gemeenschap der heiligen’, maar dan dus ook écht samen, naast elkaar, met elkaar. De uitdrukking die we gebruiken voor de werking van de Geest in het Woord van God is ‘inspiratie’, en daar zijn dikke boeken over geschreven. Maar daarnaast komt Gods Woord tot ons in onze geloofsgemeenschap, en dan hebben we naast die inspiratie ook ‘illuminatie’ nodig: we moeten persoonlijk en gemeenschappelijk verlicht worden door de heilige Geest. Dan pas ontstaan de narratieve, verhalende elementen van ons geloofsleven, waaruit het grootste deel van de Schrift bestaat; dan gaat het allemaal leven.
Sola Scriptura of…
Christenen die het ‘funderingsdenken’ aanhangen, beroepen zich vaak op het ‘sola Scriptura’ (de Schrift alleen) van de Hervormers. Het is maar de vraag of dit wel een goede samenvatting is van wat we als christenen zouden moeten willen. Maar in ieder geval: deze zelf gebouwde leerstellige constructen zijn juist NIET alleen de Schrift. Ze zijn een kooi van proposities (stellingen) die ons gevangen houden, en waarin wij vervolgens ook de drieëne God in onze greep proberen te houden - hoe oneerbiedig dat ook klinkt, en het ís ook vreselijk oneerbiedig. Wij hebben zelfs geprobeerd onze kerkelijke en broederlijke eenheid op te bouwen met behulp van dergelijke kooiconstructies: door de tralies kun je elkaar de hand reiken.
Wat we nodig hebben, is meer dan een constructie, maar het geïnspireerde Woord zelf, en zelfs nog meer: de illuminatie (verlichting) die wij individueel als discipelen en als discipelschaps-gemeenschap behoeven om echte navolgers van de Heer te worden. Dat is veel meer dan losse ‘feiten’ en ‘teksten’. Het is het verhaal dat gedeeld wordt tussen mensen die samen de geloofsgemeenschap van Christus vormen.