Wie de nood van de mensenwereld wil lenigen, dichtbij of veraf, op grotere of kleinere schaal, kan geven of delen. Het was lang vanzelfsprekend dat wij vanuit de rijke westerse minderheid de ‘majority world’ tegemoet traden als rijke, royaal gevende ooms (en tantes), met karrenvrachten relief-programma’s en geld. Steeds meer wint de overtuiging veld dat we er goed aan doen onszelf deel te maken van de nood, van de hele situatie waarin mensen verkeren. En van daaruit breng je niet in de eerste plaats ‘relief’, maar kun je één voor één eenvoudige, concrete ‘development’-doelen ontwikkelen.
‘Het Koninkrijk van God bestaat niet in woorden, maar in kracht’ (1Ko4:20). Het is mooi (en nodig) om een filosofisch-theologisch wereldbeeld te formuleren, maar het verlangen naar Gods koninkrijk is niet alleen van verbale aard. J.K.A. Smith (‘Desiring the Kingdom’) betoogt dat het verlangen naar Gods nieuwe wereld in al je zintuigen ervaren wordt. Met je laarzen in de modder, met je handen in de aarde om plantjes te laten groeien, met spierpijn van het spitten, je neus in de drek.
De Kerk is niet alleen maar een plek waar je de woorden van het zondaarsgebed leert, waarmee je Jezus in je hart aanvaardt en in de hemel te komt. De kerk is de zending zelf - hééft niet een zending, maar is de zending van God.
In die zending vertoont Gods gemeente het beeld van de Goddelijke drieëenheid, zoals Miroslav Volf betoogt (‘After Our Likeness: The Church as the Image of the Trinity’). Heel concreet wordt dat in het bijeenkomen van mensen in Jezus’ Naam (Mt18:20), en in het samen optrekken naar de god-loze wereld vol pijn en verdriet. Daar is, zegt Volf, de ware ‘katholiciteit’ te zien, want die houdt in dat je met z’n allen als discipelen van Jezus verlangt naar het geheel van de nieuwe wereld van God (kat’ holos, verwant met ‘holisme’). Alles zal nieuw worden, en met minder dan alles kunnen we niet tevreden zijn. HIJ gaat het doen, en daarom beginnen wij nu vast aan deze klus, integral mission.