De zaterdag na de donderdag waren mijn vrouw Tineke en ik in de omgeving van Zuidlaren, en hebben daar een dagje mogen werken aan de opvoeding van onze jongste kleindochter Jinte, nog geen twee - een leeftijd die de bezoekers van het symposium rond TopNerd Tycho aan de Evangelische Hogeschool hebben kunnen vernemen, als ze goed hebben opgelet. Heerlijk zo’n stukje opvoeding, afgezien van af en toe een poepluier en wat gekrijs, maar verder: vreugde, vreugde, louter vreugde. We hebben het met haar nog wel over de evolutietheorie gehad, maar in dat gesprek niet de geringste problemen ondervonden.
De zaterdagmiddag brachten wij door in de zogenaamde Sprookjeshof in Zuidlaren, een (met alle respect) ietwat vervallen uitspanning, die ons herinnerde aan Blast from the Past, maar die onze kleindochter alleen maar een boel leuke sprookjesfiguren te binnen bracht. Ik moet eerlijk erkennen dat wij van niet één ervan het waarheidsgehalte besproken hebben.
Toch: de donderdagavond, toen het boek van Cees Dekker en Corien Oranje werd gepresenteerd, was geenszins uit mijn gedachten. Het was een mooie avond, waardig, respectvol zelfs in de meningsverschillen die daar aan de orde kwamen.
Nu, achteraf, nog een overweging over wat daar en toen echt het punt was. ‘Schepping en evolutie: wat vertellen we onze kinderen?’
Een gebeurtenis kwam me op zaterdag weer in de gedachten, op een steenworp afstand van de Sprookjeshof. Het was meer dan een halve eeuw geleden. Ik was twaalf jaar, en we waren met vakantie in Midlaren. Mijn vader besloot me op een achternamiddag mee te nemen op een wandeling over een paadje dat ik nu, meer dan een halve eeuw later, nog steeds kan aanwijzen (nu niet gedaan, maar het kón). Ik zou, zo zei hij, na deze zomer naar de middelbare school gaan, en ik moest er dan wel mee rekenen dat men zou proberen me wijs te maken dat alles niet door God geschapen was, maar door evolutie ontstaan; en dat moest ik dan écht niet geloven. Zo eenvoudig was het, zo ontroerend ook achteraf, des te meer nog omdat m’n vader tamelijk jong is gestorven en we maar weinig gelegenheid hebben gehad over allerlei belangrijke thema’s te discussiëren. Natuurlijk heb ik hem gerustgesteld: ik zou dat niet gaan geloven, want natuurlijk had ik de Heer lief als niemand. Wist ik veel dat ik jarenlang in het bestuur van de Evangelische Hogeschool zou komen te zitten, en het creationisme daar zeer hoog zou houden. En wist ik veel dat ik later jarenlang zou denken en piekeren over dat onderwerp, en er met vele vrienden over zou spreken, en jawel: ook en juist met m’n kinderen, en dat ik een halve eeuw later zonder aarzeling in de Schepper zou geloven, nog steeds, en de schepping bewonder als uit zijn hand voortgekomen - maar nu geloof ik niet meer in die tegenstellingen die jarenlang vastgenageld leken in mijn brein.
Ik ga dit boek aan mijn kinderen kado geven, en zij mogen het weer aan hún kinderen kado geven; zelf heb ik het gelezen, en het heeft me weer een stapje verder geholpen op het lastige pad tussen schepping en evolutie. Lees het verhaal van Tycho, en zie hoe zijn omgeving telkens te snel, te groot en te klein aan ‘t denken is. Te snel, door al te makkelijk naar de gewenste conclusies te springen. Te groot, door aan alle theologie en filosofie, zinnig, onzinnig, dubbelzinnig, los- en vrijzinnig veel te veel betekenis te hechten. En vooral: te klein over God, want Hij is veel groter, machtiger en veelzijdiger dan wij ons ooit in onze knapste theorieën kunnen voorstellen.
Hoe kun je los komen van dit al te snel, te groot en te klein denken? Ik citeer hier een van de pannel-leden van donderdag, drs. Janneke Burger, theoloog en hoofdredacteur van het christelijke opvoedingsblad Jente. Ze wees erop dat je als ouders vooral de goede gespreksomgeving voor je kinderen moet zoeken: een ‘tribe’ (zoals Seth Godin dat noemde), waar je vertrouwensvol kunt bouwen aan kennis van de waarheid, met name als het om Gods waarheid gaat. ‘It takes a village to raise a child’ is een oud Afrikaans gezegde. Zoek die tribe, en wees niet te gauw tevreden als je aan het zoeken gaat. Want het gaat om de schepping, om de Schepper, om God Zelf.