Kom! Heel hartelijk welkom! Nee, je hoeft hier niks te betalen, nu niet, straks niet, nooit niet. All inclusive. Alles betaald, het staat zwart op wit. Bekeer je, want Gods koninkrijk is dichtbij gekomen.
Wacht effe. Dat gaat zomaar niet. Wat is je kamernummer? Ben je wel wezen douchen na het zwemmen? En mag ik even die creditcard vasthouden? - dan kunnen we de prijs van het diner zomaar van je rekening aftrekken, handig toch? Is er nog meer te melden?
Welke van die twee is nu eigenlijk bekering? Is dat het constant zoeken naar alles wat verkeerd is? Zonde-management, zoals velen het christelijke geloof zien? Of omgekeerd: je dankbaar omdraaien van je afkerige houding, en het rijke feestmaal van God verbijsterd in je opnemen, figuurlijk maar ook letterlijk?.
De Gebieder van de stenen tafelen is de Verbieder: gij zult, gij zult niet. De Meester in het Koninkrijk nodigt alle mensen uit om gratis, op basis van pure genade, met Hem te komen tafelen, zoals Leonard Sweet zegt in zijn boek From Tablet to Table.
Kom, eet van mijn tafel; kom, drink van de wijn! Welkom. En deel alles wat je hebt. Vertel heel eerlijk je verhaal.
Dit is Jezus’ verhaal. Geboren in Broodhuis (Bethlehem), in een voerbak voor de schapen. Zijn heraut Johannes beperkte zich tot sprinkhanen en wilde honing, maar Jezus kwam ‘etend en drinkend’ - en daar schaamde Hij Zich niet voor (Mt11:19). Onze Heer vertelde verhalen over feestmalen, zoals in zijn beroemdste gelijkenis, die van de verloren zoon. Waar Hij genodigd werd aan de maaltijd, daar werd Hij al gauw de Gastheer; terwijl Hij zijn verhalen vertelde, luisterde Hij ook naar de verhalen van zijn tafelgenoten. Jezus at met corrupte ambtenaren, zondaars, prostitiuées, maar ook bij een farizeeër werd Hij genodigd, om daar een paar dingen te delen die Hij aan hem kwijt wilde. Met zijn discipelen at Hij, maar ook voedde Hij duizenden hongerige mensen in het heuvelland van Gallilea. Hij vertelde zijn gelijkenissen over het Koninkrijk van God, en die bleken dan óók over maaltijden te gaan, uitnodigingen die werden afgeslagen, heggen en steggen waar de gasten dan tóch vandaan werden gehaald, lammen, blinden en bedelaars die tóch mee mochten eten. En toen Hij aan het eind van zijn leven afscheid nam van zijn discipelen, stelde Hij een nieuwe traditie in, die wij nog steeds vieren: de maaltijd van de Heer, waarin Hijzelf, zijn vlees-en-bloed, het voedsel is voor lichaam en ziel.
Herken je het patroon van de hele Bijbel? Die begint én eindigt met een royale uitnodiging: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten’ (Gn2:17), tot ‘Laat wie dorst heeft, voor niets drinken van het water dat leven geeft’ (Op22:17)
Als je aan tafel zit, kun je met elkaar praten. Verhalen vertellen. Delen wat je hebt meegemaakt. De tijd van de Grote Verhalen is voorbij, hebben postmodernistische filosofen aan het eind van de vorige eeuw gezegd - maar er is ruimte en reden om de kleine verhalen met elkaar te delen. En misschien zit daar juist het grote Verhaal verborgen, van de Heer die zijn eigen verhaal in de details van ons leven schrijft…
Dit is het motto, ‘Geloof in gesprek’ van de pas gestarte Stichting Geloofsgesprekken: je zit samen aan tafel, en je deelt met elkaar wat je hebt ervaren. Het gaat nu even écht niet over wat je vindt van theologische thema’s: de doop, het verbond, de kerk, het ambt, de Wederkomst. Vertel…! Wat is je verhaal? Bij welke kruispunten ben je Jezus tegengekomen? Of misschien zelfs - dat mag ook - waar vond je het eigenlijk heel erg moeilijk, toen de Heer je leven leidde in een richting die je werkelijk niet begreep?